De Koninklijke Nederlandse Papierfabriek (KNP) werd in 1860 opgericht te Maastricht, onder de naam ‘Lhoest, Weustenraad en Cie’. Vanaf 1875, toen de papierfabriek een vennootschap werd en het predikaat ‘Koninklijke’ mocht voeren, veranderde de naam in ‘Koninklijke Nederlandsche Papierfabriek NV’. Na jarenlang lobbyen, slaagde de KNP er in 1915 in om samen met de aardewerkfabriek ‘Sphinx’ een aansluiting op het spoorwegennetwerk tot stand te brengen. In 1936 sloot de KNP een van de eerste CAO’s in Nederland af. De productie was in 1939 gestegen tot 10 miljoen kg papier. Door de Tweede Wereldoorlog kwam er een eind aan de groei. Eind jaren 1970 ging het concern, dat inmiddels Koninklijke Nederlandse Papierfabrieken was gaan heten, zich toeleggen op producten met een lagere toegevoegde waarde zoals karton (Kappa, verkocht in 1998) en toiletpapier. Begin jaren ’80 stond het bedrijf er slecht voor; tien jaar later was er weer sprake van groei. In 1993 vond een gedeeltelijke overname plaats van de Oostenrijkse fabriek Leykam–Mürztaler, en veranderde KPN zijn naam in KNP-Leykam. Het bedrijf fuseerde in hetzelfde jaar met Bührmann-Tetterode en VRG tot KNP-BT. In 1997 werden de papieractiviteiten van KNP-BT overgenomen door de South African Pulp & Paper Industry (SAPPI). Tegenwoordig is Sappi Maastricht B.V. onderdeel van Sappi Fine Paper, een wereldwijd toonaangevende producent van gecoat papier met fabrieken in de hele wereld.In Maastricht werken zo’n 500 medewerkers aan de productie van verschillende soorten hoogwaardig gestreken papier in meerdere kwaliteiten.		Lhoëst oprichter van Lhoëst-Weustenraad en Cie, de latere KNP, nu onderdeel van Sappi Papierfabrieken     Het zou tot 1915 duren voor dat de KNP en Sphinx aangesloten werden op het spoorwegnetwerk